De Rechtbank Limburg heeft in een zaak van 5 juli 2023 een vonnis gewezen in het kader van een faillissement, waarbij de ondernemingsactiviteiten zijn gestart zonder voldoende financiering.
Dit vonnis behandelt de aansprakelijkheid van een bestuurder van een bedrijf in het geval van financiële problemen (en uiteindelijk zelfs een faillissement). De kern van het vonnis is dat de bestuurder verantwoordelijk kan worden gehouden voor onbehoorlijk bestuur als het bedrijf niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen, en de bestuurder wist of had moeten weten dat dit zou gebeuren.
De vennootschap is gestart in januari 2019 en zij verrichte diensten op het gebied van kraamzorg.
Het faillissement is uitgesproken op 21 mei 2019.
De rechtbank oordeelt dat een redelijk handelend bestuurder voorafgaand aan het starten van bedrijfsactiviteiten moet zorgen voor een degelijke inschatting van de benodigde liquide middelen. In dit geval verwijst de rechtbank naar het feit dat het bedrijf niet in staat was om aan zijn essentiële verplichtingen te voldoen, zoals het betalen van operationele kosten, en dat de bestuurder op de hoogte was of had moeten zijn van deze situatie. Het falen om de benodigde financiële dekking te waarborgen, wordt beschouwd als onbehoorlijk bestuur en een belangrijke oorzaak van het uiteindelijke faillissement.
De rechtbank benadrukt dat het niet alleen gaat om de verhouding tussen opbrengsten en kosten, maar ook om de vraag of de operationele uitgaven kunnen worden voldaan uit inkomsten en/of andere bronnen. Als dit niet het geval is, kan een faillissement onvermijdelijk worden. In dit specifieke geval had de bestuurder, volgens de rechtbank, de keuze om de bedrijfsactiviteiten niet uit te voeren als financiering niet mogelijk was.
De conclusie van de rechtbank luidt dat de enige bestuurder van het betreffende bedrijf onbehoorlijk bestuur kan worden verweten, wat aannemelijk wordt geacht als een belangrijke oorzaak van het uiteindelijke faillissement.
Het zonder goed nadenken starten, overnemen of herstructureren van bedrijfsactiviteiten brengt aanzienlijke risico’s met zich meebrengt. Het advies is om serieus te overwegen of het bedrijf voldoende financiële middelen heeft voordat activiteiten worden gestart, om mogelijke juridische consequenties te voorkomen.
Rechtbank Limburg 5 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4202
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2023:4202